De kleine oorlog van een Heer van Stand

Mijn vader stond alom bekend als een eigenzinnige man. Dat is hij ook geweest tijdens de jaren van de Duitse bezetting. Bezag hij aanvankelijk de doelstellingen van de Nieuwe Orde nog met enigszins ambivalente gevoelens; dat veranderde toen hij in conflict kwam met collega’s in de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD), een instelling waar hij zoveel mee op heeft gehad. Daarbij ging het om ‘ídeologische meningsverschillen'. Het werd tenslotte een eigen kleine oorlog die verder reikte dan een belangenbehartiging binnen de NAD, zoals mijn vader die steeds voor juist had gehouden. Maar, net als zijn opponenten, heeft hij zich na de bevrijding nog voor het Tribunaal moeten verantwoorden voor zijn handel en wandel tijdens de bezettingsjaren. Had hij zich laten leiden door opportunisme? Had hij gefaald in zijn eigen oorlog? Al analyserende volg ik een spoor terug.